angelussen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: angelussen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- an·ge·lus·sen
Zelfstandig naamwoord
de angelussen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord angelus
Gangbaarheid
- Het woord angelussen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.