analogiseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ana·lo·gi·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
analogiseren

analogiseerden

  1. meervoud verleden tijd van analogiseren
    • Wij analogiseerden. 
    • Jullie analogiseerden. 
    • Zij analogiseerden.