amerikaniseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ame·ri·ka·ni·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
amerikaniseren

amerikaniseerden

  1. meervoud verleden tijd van amerikaniseren
    • Wij amerikaniseerden. 
    • Jullie amerikaniseerden. 
    • Zij amerikaniseerden. 

Gangbaarheid