allitereerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·li·te·reer·den

Werkwoord

vervoeging van
allitereren

allitereerden

  1. meervoud verleden tijd van allitereren
    • Wij allitereerden. 
    • Jullie allitereerden. 
    • Zij allitereerden.