allitereer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: allitereer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- al·li·te·reer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
allitereren |
allitereer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van allitereren
- Ik allitereer.
- gebiedende wijs van allitereren
- Allitereer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van allitereren
- Allitereer je?