alcoholiseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·co·ho·li·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
alcoholiseren

alcoholiseerden

  1. meervoud verleden tijd van alcoholiseren
    • Wij alcoholiseerden. 
    • Jullie alcoholiseerden. 
    • Zij alcoholiseerden.