alcoholiseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·co·ho·li·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
alcoholiseren |
alcoholiseerden
- meervoud verleden tijd van alcoholiseren
- Wij alcoholiseerden.
- Jullie alcoholiseerden.
- Zij alcoholiseerden.
- Wij alcoholiseerden.