afstraalt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·straalt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstralen |
afstraalt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstralen
- ... dat jij afstraalt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstralen
- ... dat hij afstraalt.
Gangbaarheid
- Het woord afstraalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.