afschminkten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·schmink·ten

Werkwoord

vervoeging van
afschminken

afschminkten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afschminken
    • ...dat wij afschminkten. 
    • ...dat jullie afschminkten. 
    • ...dat zij afschminkten.