afronten

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
afrontar

afronten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van afrontar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van afrontar