afnaai
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·naai
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afnaaien |
afnaai
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnaaien
- ... dat ik afnaai.
Gangbaarheid
- Het woord afnaai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.