afkoppelend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afkoppelend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·kop·pe·lend
Werkwoord
vervoeging van: | afkoppelen |
verbogen vorm: | afkoppelende |
afkoppelend
vervoeging van: | afkoppelen |
verbogen vorm: | afkoppelende |
afkoppelend