afklokt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·klokt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afklokken |
afklokt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklokken
- ... dat jij afklokt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklokken
- ... dat hij afklokt.
Gangbaarheid
- Het woord afklokt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.