Naar inhoud springen

afhandelt

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 26 apr 2017 om 11:18 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • af·han·delt
vervoeging van
afhandelen

afhandelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen
    • ... dat jij afhandelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen
    • ... dat hij afhandelt.