Naar inhoud springen

afgiet

Uit WikiWoordenboek
  • af·giet
vervoeging van
afgieten

afgiet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgieten
    • ... dat ik afgiet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgieten
    • ... dat jij afgiet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgieten
    • ... dat hij afgiet.