Naar inhoud springen

afdraaiden

Uit WikiWoordenboek
  • af·draai·den
vervoeging van
afdraaien

afdraaiden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afdraaien
    • ...dat wij afdraaiden. 
    • ...dat jullie afdraaiden. 
    • ...dat zij afdraaiden.