Naar inhoud springen
Hoofdmenu
Hoofdmenu
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Navigatie
Hoofdpagina
Recente wijzigingen
Nieuwe pagina's
Willekeurig woord
Willekeurig NL woord
Woord begint met ...
Categorieën
Informatie
De kroeg
Hulp
Helpdesk
Financieel bijdragen
Zusterprojecten
Wikibooks
Wikinieuws
Wikipedia
Wikiquote
Wikisource
Commons
Zoeken
Zoeken
Account aanmaken
Aanmelden
Persoonlijke hulpmiddelen
Account aanmaken
Aanmelden
Pagina's voor uitgelogde redacteuren
meer lezen
Bijdragen
Overleg
acumular/vervoeging
Talen toevoegen
Pagina
Overleg
Nederlands
Lezen
Bewerken
Geschiedenis weergeven
Hulpmiddelen
Hulpmiddelen
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Handelingen
Lezen
Bewerken
Geschiedenis weergeven
Algemeen
Links naar deze pagina
Gerelateerde wijzigingen
Bestand uploaden
Speciale pagina's
Permanente koppeling
Paginagegevens
Deze pagina citeren
Verkorte URL verkrijgen
QR-code downloaden
Afdrukken/exporteren
Boek aanmaken
Downloaden als PDF
Afdrukversie
Uit WikiWoordenboek
Versie door
AnnabelsBot
(
overleg
|
bijdragen
)
op 6 nov 2011 om 23:33
(telling)
(
wijz
)
← Oudere versie
| Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
vervoeging
van het Spaanse werkwoord
acumular
Infinitief
(
infinitivo
)
Voltooid deelwoord
(
participio
)
Onvoltooid deelwoord
(
gerundio
)
acumular
acumulado
acumulando
Aantonende wijs
(
modo indicativo
)
presente
pretérito imperfecto
pretérito indefinido
futuro
condicional
yo
acumulo
yo
acumulaba
yo
acumulé
yo
acumularé
yo
acumularía
tu
acumulas
tu
acumulabas
tu
acumulaste
tu
acumularás
tu
acumularías
él, ella, usted
acumula
él, ella, usted
acumulaba
él, ella, usted
acumuló
él, ella, usted
acumulará
él, ella, usted
acumularía
nosotros, nosotras
acumulamos
nosotros, nosotras
acumulábamos
nosotros, nosotras
acumulamos
nosotros, nosotras
acumularemos
nosotros, nosotras
acumularíamos
vosotros, vosotras
acumuláis
vosotros, vosotras
acumulabais
vosotros, vosotras
acumulasteis
vosotros, vosotras
acumularéis
vosotros, vosotras
acumularíais
ellos, ellas, ustedes
acumulan
ellos, ellas, ustedes
acumulaban
ellos, ellas, ustedes
acumularon
ellos, ellas, ustedes
acumularán
ellos, ellas, ustedes
acumularían
Aanvoegende wijs
(
modo subjuntivo
)
Gebiedende wijs
(
modo imperativo
)
presente
pretérito imperfecto
futuro
bevestigend
ontkennend
yo
acumule
yo
acumulara
acumulase
yo
acumulare
—
—
—
tú
acumules
tú
acumularas
acumulases
tú
acumulares
tú
acumula
no
acumules
él, ella, usted
acumule
él, ella, usted
acumulara
acumulase
él, ella, usted
acumulare
él, ella, usted
acumule
no
acumule
nosotros, nosotras
acumulemos
nosotros, nosotras
acumuláramos
acumulásemos
nosotros, nosotras
acumuláremos
nosotros, nosotras
acumulemos
no
acumulemos
vosotros, vosotras
acumuléis
vosotros, vosotras
acumularais
acumulaseis
vosotros, vosotras
acumulareis
vosotros, vosotras
acumulad
no
acumuléis
ellos, ellas, ustedes
acumulen
ellos, ellas, ustedes
acumularan
acumulasen
ellos, ellas, ustedes
acumularen
ellos, ellas, ustedes
acumulen
no
acumulen
Categorie
:
Vervoeging in het Spaans
Beperkte inhoudsbreedte omschakelen