Naar inhoud springen

achteroverbogen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·over·bo·gen

Werkwoord

vervoeging van
achteroverbuigen

achteroverbogen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van achteroverbuigen
    • ...dat wij achteroverbogen. 
    • ...dat jullie achteroverbogen. 
    • ...dat zij achteroverbogen.