achternazond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·na·zond

Werkwoord

vervoeging van
achternazenden

achternazond

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van achternazenden
    • ... dat ik achternazond. 
    • ... dat jij achternazond. 
    • ... dat hij, zij, het achternazond.