achternazit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·na·zit

Werkwoord

vervoeging van
achternazitten

achternazit

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achternazitten
    • ... dat ik achternazit. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achternazitten
    • ... dat jij achternazit. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achternazitten
    • ... dat hij achternazit.