accordeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: accordeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ac·cor·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
accorderen |
accordeerde
- enkelvoud verleden tijd van accorderen
- Ik accordeerde.
- Jij accordeerde.
- Hij, zij, het accordeerde.
- Ik accordeerde.