acaciavliegenvangertjes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aca·cia·vlie·gen·van·ger·tjes
Zelfstandig naamwoord
de acaciavliegenvangertjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord acaciavliegenvanger
de acaciavliegenvangertjes mv