abusa

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
abusar

abusa

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abusar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abusar