abstineerden
Uiterlijk
- ab·sti·neer·den
vervoeging van |
---|
abstineren |
abstineerden
- meervoud verleden tijd van abstineren
- Wij abstineerden.
- Jullie abstineerden.
- Zij abstineerden.
- Wij abstineerden.
- Het woord abstineerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.