abozaláremos

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
abozalar

abozaláremos

  1. eerste persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van abozalar (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=abozaláremos&oldid=3126073"