aborregarse

Uit WikiWoordenboek

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aborregarse
aborregaba
aborregado
volledig

Werkwoord

aborregarse

Woordafbreking
  1. bang worden, schrik krijgen
  2. met de massa meedoen
  3. zich met schapenwolkjes bedekken (van de hemel)