abdiserer

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ab·di·se·rer
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel ab-, met het achtervoegsel -ere en met de woorduitgang -r
Naar frequentie 156484

Werkwoord

abdiserer

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van abdisere


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ab·di·se·rer
Woordherkomst en -opbouw
  • Nynorske werkwoordsvorm met het voorvoegsel ab-, met het achtervoegsel -ere en met de woorduitgang -r

Werkwoord

abdiserer

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van abdisere