aanwandelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanwandelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·wan·delt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanwandelen |
aanwandelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwandelen
- ... dat jij aanwandelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwandelen
- ... dat hij aanwandelt.
Gangbaarheid
- Het woord aanwandelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.