aanrazende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanrazende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·ra·zen·de
Werkwoord
vervoeging van: | aanrazen |
aanrazende
- verbogen vorm van aanrazend, het onvoltooid deelwoord van aanrazen
vervoeging van: | aanrazen |
verbogen vorm: | aanrazendee |
aanrazende