aanlaadde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·laad·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanladen |
aanlaadde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanladen
- ... dat ik aanlaadde.
- ... dat jij aanlaadde.
- ... dat hij, zij, het aanlaadde.
- ... dat ik aanlaadde.
Gangbaarheid
- Het woord aanlaadde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.