aankruit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·kruit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aankruien |
aankruit
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankruien
- ... dat jij aankruit.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankruien
- ... dat hij aankruit.
Gangbaarheid
- Het woord 'aankruit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.