aanbiede
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·bie·de
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbieden |
aanbiede
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van aanbieden
- ... dat men aanbiede.
vervoeging van |
---|
aanbieden |
aanbiede