stortte: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k audio nld |
k Robot: opschonen van oude interwikilinks |
||
Regel 6: | Regel 6: | ||
{{-verb-|0}} |
{{-verb-|0}} |
||
{{ovt-enk|storten}} |
{{ovt-enk|storten}} |
||
[[en:stortte]] |
Versie van 2 mei 2017 05:50
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stort·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
storten |
stortte
- enkelvoud verleden tijd van storten
- Ik stortte.
- Jij stortte.
- Hij, zij, het stortte.
- Ik stortte.