Diluvium
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Di·lu·vi·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘Pleistoceen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1856 [1]
Zelfstandig naamwoord
het Diluvium o
- (geologie) diluvium, geologisch tijdperk (in een vóór 2006 gangbare schrijfwijze)
- Op bl. 19 begint de Spreker over het Diluvium te handelen, en zóó over een tijdvak, wat ons meer van nabij interesseert. [2]
Schrijfwijzen
- In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'Diluvium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "Diluvium" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Ali Cohen, L."Boekbeoordeelingen. Voorlezingen over het ontstaan en de vorming der aarde, voor de beschaafde klasse der inwoners te Bonn gehouden, door de Hoogleeraren J. Nöggerath en G. Bischof." in: De Gids. jrg. 7 deel 1 (1843) P.N. van Kampen, Amsterdam; p. 598; geraadpleegd 2016-02-05