BMX

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • BMX

Werkwoord

vervoeging van
BMX'en

BMX

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van BMX'en
    • Ik BMX. 
  2. gebiedende wijs van BMX'en
    • BMX! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van BMX'en
    • BMX je? 

Gangbaarheid