Astrologen

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: /astʀoˈloːɡŋ̍/, (duidelijk uitgesproken) /astʀoˈloːɡən/
Woordafbreking
  • As·tro·lo·gen

Zelfstandig naamwoord

Astrologen m, mv

  1. genitief, datief en accusatief enkelvoud van Astrologe
  2. nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Astrologe