zwemvleugel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·vleu·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemvleugel zwemvleugels
verkleinwoord zwemvleugeltje zwemvleugeltjes

Zelfstandig naamwoord

de zwemvleugelm

  1. opblaasbaar bandje dat kleine kinderen die nog niet kunnen zwemmen om de bovenarm dragen
     Rode en gele zwembandjes van de Hema zijn mogelijk niet veilig. De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) en het bedrijf waarschuwen dinsdag dat de naden van de bandjes niet goed zijn, waardoor ze makkelijk kunnen scheuren. De NVWA en Hema roepen klanten die de zwemvleugeltjes hebben gekocht, deze terug te brengen naar de winkel.[1]
     "Mama, waar liggen de krijtjes, blaadjes, m’n badpak, zwemvleugeltjes…?", 'Schat, waar ligt mijn krant, boek, zwembroek, BBQ-tang…?" Je rent en vliegt misschien wel meer dan je thuis zou doen. Hoe bedoel je, vakantie?[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Waarschuwing voor Hema-zwembandjes” (02 jun. 2015), De Telegraaf
  2. Bronlink Weblink bron “Zo krijg je tijd voor jezelf tijdens gezinsvakantie” (23 jul. 2015), De Telegraaf