zwartkijkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwart·kijkt

Werkwoord

vervoeging van
zwartkijken

zwartkijkt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwartkijken
    • ... dat jij zwartkijkt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwartkijken
    • ... dat hij zwartkijkt.