zwartkeek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwart·keek

Werkwoord

vervoeging van
zwartkijken

zwartkeek

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van zwartkijken
    • ... dat ik zwartkeek. 
    • ... dat jij zwartkeek. 
    • ... dat hij, zij, het zwartkeek.