zwacri

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwa·cri
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwacri
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwacriv

  1. zware criminaliteit
     De blogger werd naar eigen zeggen begin december ontboden op het hoofdbureau van de politie. Daar zouden twee rechercheurs van de afdeling ZwaCri (zware criminaliteit) hem hebben verteld dat er serieuze informatie was binnengekomen dat hij op een dodenlijst staat. Een week later meldde de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) dat zij dezelfde informatie hadden ontvangen.[1]
     Het primaire doel van de actie is het bevorderen van de verkeersveiligheid. Daarnaast wordt speciaal gelet op patserbakken en ABC’ers, Amsterdamse Beroeps Criminelen. Rechercheurs van ZwaCri (Zware Criminaliteit) houden zich daarmee bezig.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Misdaadblogger Crime-bron: 'Ik sta op dodenlijst'” (16 december 2014,), Het Parool
  2. Bronlink Weblink bron
    Jaap Stam
    “ZwaCri zoekt ABC'ers en patserbakken” (27 januari 2010), de Volkskrant