zwachtelend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwachtelend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwach·te·lend
Werkwoord
vervoeging van: | zwachtelen |
verbogen vorm: | zwachtelende |
zwachtelend
vervoeging van: | zwachtelen |
verbogen vorm: | zwachtelende |
zwachtelend