zorgdroegen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zorgdroegen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zorg·droe·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zorg dragen |
zorgdroegen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van zorg dragen
- ...dat wij zorgdroegen.
- ...dat jullie zorgdroegen.
- ...dat zij zorgdroegen.
- ...dat wij zorgdroegen.