zoöfaag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zoö·faag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoöfaag | zoöfagen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zoöfaag m
- (biologie) organisme dat zich voedt met dierlijk vlees
Gangbaarheid
- Het woord 'zoöfaag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.