zijlijnviroloog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·lijn·vi·ro·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijlijnviroloog zijlijnvirologen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zijlijnviroloogm

  1. persoon die geen opleiding tot viroloog heeft gehad maar het desalniettemin beter weet dan de echte deskundigen en vanaf de zijlijn veel kritiek heeft op die echte deskundigen


Gangbaarheid