zieltoogde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zieltoogde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ziel·toog·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zieltogen |
zieltoogde
- enkelvoud verleden tijd van zieltogen
- Ik zieltoogde.
- Jij zieltoogde.
- Hij, zij, het zieltoogde.
- Ik zieltoogde.