zelfgeteeld
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfgeteeld (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·ge·teeld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en geteeld bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | zelfgeteeld |
verbogen | zelfgeteelde |
partitief | zelfgeteelds |
Bijvoeglijk naamwoord
zelfgeteeld
- van planten: door iemand zelf bevrucht, geplant en verzorgd
- ▸ De trendwatcher vindt het leuk om te zien met wat voor innovatieve en creatieve ideeën Nederlandse ondernemers komen. Zo profileert bedriijf Koppert Cress zich als ‘aroma-architect’. Wereldwijd verkopen zij hun zelfgeteelde plantjes met de smaak van bijvoorbeeld vlees of champagne.[1]
- ▸ In Tolmin sliepen we in Pri Kafolu, een boerderij waar de eigenaars je verwennen met zelfgeteelde etenswaren en streekgerechten zoals zuurkoolsoep.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zelfgeteeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron YVONNE FLOOR“'Ict en export zijn troef van Nederland'” (28 feb. 2014), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron PIM BRUGMAN“Smaragden schoonheid” (08 mei 2015), De Telegraaf