zabaglione
Uiterlijk
- Geluid: zabaglione (hulp, bestand)
- za·ba·gli·o·ne
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘een nagerecht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1968 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zabaglione | - |
verkleinwoord |
de zabaglione m
- Het woord zabaglione staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zabaglione" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zabaglione" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be