work-out
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- work-out
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | work-out | work-outs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de work-out m
- intensieve training vaak in een sportschool onder leiding van een coach
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord work-out staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.