winningmood

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·ning·mood
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord winningmood
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de winningmoodm

  1. (psychologie) de verwachting hebben dat men kan gaan winnen
     Lewis Hamilton hoopt dat hij zondag alsnog een derde opeenvolgende wereldtitel, de vierde uit zijn carrière, kan vieren. De 31-jarige Brit won alvast de drie vorige GP’s en zit dus in de winningmood.[1]
     "Wij willen winnen", zei Stones. "Als je zo'n match ingaat met een andere instelling, handrem op, beter als tweede eindigen of geen kaart pakken, dan loopt het gegarandeerd mis. Ik heb daar verwarrende ervaringen mee. Ik wil de winningmood in het kamp houden. Dat proberen we bij Manchester City ook altijd."[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Hamilton blijft hopen op wereldtitel: “Je weet nooit wat er gebeurt”” (22/11/2016), De Standaard
  2. Bronlink Weblink bron “Engelse spelers gaan voor winst tegen België: "Moeten groepswinnaar worden"” (25 juni 2018), De Morgen