whiplash
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- whip·lash
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘beschadiging van nekspier door verkeersongeval’ voor het eerst aangetroffen in 1995 [1]
- uit het Engels: zweepslag [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | whiplash | whiplashes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) letsel aan de nek en/of rug ten gevolge van een ongeval of andere plotselinge gebeurtenis waarbij het hoofd krachtig voor en achteruit bewogen wordt
- Casus 3: de werknemer met een whiplash die naar Frankrijk ging voor een concert van Metallica. Raymond liet een baardje staan, kocht kisten en een metalshirt en reed achter hem aan. De jongen die al maandenlang niet naar zijn werk kwam stond vooraan zonder brace om zijn nek, te headbangen. [3]
Gangbaarheid
- Het woord whiplash staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "whiplash" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "whiplash" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ whiplash op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Raoul de Jong 6 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be