wegveegden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·veeg·den

Werkwoord

vervoeging van
wegvegen

wegveegden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van wegvegen
    • ...dat wij wegveegden. 
    • ...dat jullie wegveegden. 
    • ...dat zij wegveegden.